Nieuws
Terugblik op inspiratiecafé – Lili’s Proto Lab
Tijdens het inspiratiecafé op 16 maart verruilden we de vertrouwde ruimte van het Teaching and Learning Lab voor Lili’s Proto Lab. Jacob Seifert en Edward Paddon leidden ons langs de 3D printers, lasersnijders en soldeerstations om te vertellen over alle mogelijkheden van het Lab, in het Caroline Bleekergebouw.
Lili’s Proto Lab is een plek om creatieve ideeën te testen en te transformeren naar werkende prototypes. Lili zelf, oftewel Caroline (Lili) Emilie Bleeker, zou er trots op zijn geweest: immers heeft deze natuurkundige in de jaren 30 haar eigen bedrijf opgericht in wetenschappelijke instrumenten, bedoeld voor voorlichting en productie. Terwijl het advies toen vooral was gericht op laboratoria, is Lili’s Proto Lab nu gericht op iedereen op Universiteit Utrecht die meer praktische vaardigheden wil ontwikkelen. Seifert en Paddon vertelden dat het doel vooral is om een actieve leeromgeving te creëren: het Lab maakt geen kant-en-klare prototypes, maar zorgt ervoor dat iemand zelf aan de slag kan én anderen kan helpen. Dit is samengevat in het motto: Come. Try. Learn prototyping. Build ideas. Join the community of makers.
Kijkje in Lili’s Proto Lab
Na deze introductie, namen Seifert en Paddon de groep mee naar Lili’s Proto Lab. Door het grote raam in de gang van het Bleekergebouw, lieten zij eerst het Lab van bovenaf zien. Omgeven door wetenschappelijke apparatuur, stond linksonder een aparte ruimte waar de kleurrijke neonletters ‘LPL’ oplichtten. Bij binnenkomst in het Lab lieten ze eerst alle verschillende apparatuur zien, om vervolgens iedereen aan het werk te zetten. De K’NEX kwam tevoorschijn, en verschillende prototypes begonnen vorm te krijgen. Tot zover had niemand echt technische kennis nodig om het proces te snappen. Toen vervolgens de K’NEX objecten in 3D gescand werden en op de computer verschenen, werd het wel wat ingewikkelder. Zoals bij veel prototypes, was de eerste poging van de 3D scan niet van de gewenste kwaliteit, maar wel een waardevol leermoment. In het Lab is het immers Come, Try, and Learn.
Voor wie?
Het is natuurlijk leuk om dit een keer uit te proberen met K’NEX, maar hoe wordt het Lab in de praktijk ingezet? Het is interessant om toe te passen in de faculteit Bètawetenschappen: voor zowel docenten, PhD-kandidaten, als studenten. Voor docenten is het een kans om hardware te gebruiken in hun onderwijs, en om een praktisch element toe te voegen aan challenge-based learning. Zo wordt het lab momenteel al ingezet in een aantal vakken, zoals Interaction technology, en Biomimicry design challenge.
Daarnaast is het lab voor PhD-kandidaten bruikbaar voor maatwerk hardware oplossingen. Dit houdt in dat zij zelf een hardware prototype kunnen creëren, die zij precies kunnen aanpassen aan wat zij nodig hebben. Daarnaast kunnen zij bijdragen aan Open Hardware publicaties (zoals HardWareX).
Voor studenten is de insteek wat speelser. Zij kunnen naar het lab komen om ideeën uit te proberen en om te leren. Echter, kan het lab ook een rol spelen in onderzoeksprojecten. Zo heeft een student bijvoorbeeld de instrumenten, middelen en expertise van het Lab gebruikt om een temperatuurregelaar te bouwen voor een major research project.
Meer weten?
Interesse om zelf een prototype te maken? Bezoek de website van Lili’s Proto Lab en vind daar het formulier voor nieuwe projecten.
Ben je een docent, en wil je het Lab graag gebruiken in vakken? Neem contact op via lpl@uu.nl
Auteur: Amy van Dijk, masterstudent Science Education and Communication, Universiteit Utrecht