Good Practices
Reciprocal peer tutoring: studenten van elkaar laten leren
Prof. dr. Ferdi Engels, docent bij Farmaceutische Wetenschappen en directeur van de Undergraduate School of Science van de Universiteit Utrecht, heeft in het Teaching & Learning Lab (TLL) een nieuwe onderwijsmethode uitgeprobeerd: Reciprocal peer tutoring. Hierbij maak je koppels van studenten met een verschillende disciplinaire achtergrond of ervaringen, en laat ze van elkaar leren. Zijn multidisciplinaire bachelorcursus ‘Meet your brains’ leende zich daar goed voor.
Over de cursus
‘Meet your brains’ is de eerste cursus in de nieuwe (in ontwikkeling zijnde) minor ‘Brain, mind, and consciousness’. De cursus is multidisciplinair in zowel de inhoud als de deelnemers: het brein wordt vanuit verschillende disciplines en invalshoeken bekeken, en de cursus is bedoeld voor studenten uit alle studierichtingen. Omdat de cursus nieuw was en aangeboden werd vanuit Farmacie, was van de 56 deelnemers zo’n 95% Farmaciestudent, maar dat zal volgend jaar – na meer PR buiten Farmacie – hopelijk veranderen. De studenten kwamen gedurende blok 1 wekelijks twee keer bij elkaar: één keer in het TLL en één keer in een reguliere zaal.
Reciprocal peer tutoring
In de cursus wilde Engels een nieuwe onderwijsmethode uitproberen: reciprocal peer tutoring (RPT). Hierbij maak je koppels van studenten die een verschillende disciplinaire achtergrond hebben of verschillende ervaringen. Zo kun je bijvoorbeeld een koppel maken van een tweede- en derdejaars student. Bij RPT geef je je onderwijs zodanig vorm dat de studenten:
- van elkaar leren;
- elkaar aanvullen;
- van elkaars hulp afhankelijk zijn.
Een voorbeeld ter illustratie: Als je een studentenkoppel hebt van een bioloog en psycholoog, dan is bij biologische onderwerpen de bioloog de ‘tutor’ van de psycholoog, en bij een psychologisch onderwerp draaien de rollen om. De docent differentieert het onderwijs dus niet naar vakgebied, maar de studenten zijn van elkaar afhankelijk bij hun leerproces.
Kleinschalige onderwijsvorm
Omdat RPT een zeer kleinschalige onderwijsvorm is, waarbij je als docent goed moet kunnen observeren, koos Engels ervoor om de cursus (deels) in het TLL te geven. In het TLL heeft hij dan ook veel gebruik gemaakt van de flexibele indeling van de ruimte, om 1-1 en 2-2 interacties tussen studenten en observatie daarvan door de docent mogelijk temaken. Hij varieerde het soort meubilair, de zaalindeling en de hoogte van de tafels. “De flexibele inrichting en de tools in het TLL zijn uniek, dit kun je niet in reguliere ruimtes. Maar je moet ook niet alles in het TLL willen doen, want in reguliere ruimtes kun je weer andere dingen doen dan in het TLL,” aldus Engels.
Uitproberen
Engels vindt in het onderwijs de combinatie van inhoud (wat?) en onderwijsvorm (hoe?) erg interessant. Hij is dankbaar dat hij in zijn onderwijs mag onderzoeken wat wel en niet werkt. Door in het TLL les te geven ontdekte hij steeds meer en kreeg nieuwe ideeën: “Zou dit of dat kunnen?”. Als hij volgend jaar de cursus opnieuw geeft, zou hij dat zeker weer (deels) in het TLL willen doen, want Engels is nog niet uitgeleerd en -ontdekt in het TLL.
Gewoon doen!
Hij zou andere docenten ook aanraden om in het TLL aan de slag te gaan, maar “docenten moeten wel beseffen dat het TLL een experimenteerruimte is. Soms mislukt er wel eens iets. Ook moet je als docent goed nadenken over wat je wil in deze ruimte: Wat wil je uitproberen, onderzoeken, ontdekken? Dan ga je vervolgens ook zelf de ruimte (her)inrichten en dat kost tijd en transpiratie (naast inspiratie). Gewoon doen: Alleen erover horen of lezen is niet genoeg, je moet het gewoon uitproberen. En het zou helemaal mooi zijn als je na het ontdekken en uitproberen de stap maakt naar daadwerkelijk onderzoeken of en hoe een bepaalde aanpak werkt.”
Auteur: Miranda Overbeek (Freudenthal Instituut)