Good Practices
Lesmodule voor middelbare scholieren om VR-app te ontwikkelen
Mardie Vermunt, masterstudent Science Education and Communication bij het Freudenthal Instituut, heeft tijdens haar stage bij De Werkplaats in Bilthoven een lesmodule ontwikkeld waarin leerlingen een virtual reality (VR) app bouwen. Tijdens het ontwikkelproces gingen er al gelijk drie 4 havo/vwo biologie-leerlingen aan de slag met het maken van een educatieve VR-app over de cel en haar organellen.
Stefan Rutenfrans, biologiedocent op De Werkplaats, wilde graag iets met virtual reality doen in zijn onderwijs en Mardie heeft dit vervolgens in de praktijk gebracht. De module is overigens niet alleen geschikt voor biologie, maar voor alle vakgebieden. “Je zou eigenlijk verwachten dat het bouwen van een VR-app typisch iets is voor informatica-leerlingen. Wij hebben er juist voor gekozen om alle leerlingen kennis te laten maken met deze nieuwe technologie en alle dingen die daarbij horen. We wilden juist het creatieve denkproces en het projectmatige denken stimuleren, en leerlingen op een andere manier om laten gaan met kennis. En omdat VR wel echt iets van deze tijd is, vonden we het leuk om dat binnen die context te doen,” vertelt Mardie.
De lesmodule
De lesmodule is gebaseerd op het ADDIE-model: Analysis, Design, Development, Implementation, Evaluation. De module bestaat uit vier fasen, en is bedoeld voor het profielwerkstuk of andere projecten:
- De analysefase: de leerlingen denken na over het onderwerp, de doelgroep en de leerdoelen.
- De ontwerpfase: de leerlingen bedenken wat de app precies moet doen en hoe het eruit moet komen te zien.
- De ontwikkelfase: de leerlingen gaan de app bouwen.
- De implementatie- en evaluatiefase: de leerlingen vragen hun doelgroep om de app uit te proberen, brengen naar aanleiding hiervan nog wijzigingen aan en zetten hun app vervolgens in de markt, bijvoorbeeld door een avond te organiseren waarop de app gelanceerd wordt.
Op die manier doorlopen de leerlingen het gehele proces van het bouwen van een app, zoals dat ook in de echte wereld gaat. En door dit proces te doorlopen, leren ze creatief te denken en projectmatig te werken.
Het ontwerpproces
Mardie maakte gebruik van Rapid Prototyping (een Instructional Design Model): Ze ontwierp steeds stukjes van de module en voerde deze meteen uit met haar leerlingen. De leerlingen werkten ruim een half jaar iedere week twee uur aan de app. “Het was een heel bijzonder ontwerpproces. Ik was eigenlijk continu bezig met bedenken wat ik wilde doen, het uitvoeren en het evalueren. En dan was ik ondertussen ook al aan het bedenken wat ik daarna zou willen gaan doen, maar dat moest ik dan weer aanpassen als bepaalde dingen wel of niet gelukt waren in de bijeenkomst daarvoor. Aan de ene kant was dit heel leuk, omdat ik direct de vruchten van mijn werk kon zien. Aan de andere kant was het ook wel héél pittig, omdat je dus constant in die molen blijft van bedenken, evalueren en uitvoeren,” aldus Mardie.
Benodigdheden
Als je jouw leerlingen ook aan de slag wil laten gaan met dit VR-applicatie project, dan heb je daarvoor het volgende nodig:
- De lesmodule.
- Twee begeleiders: een vakinhoudelijk begeleider en een begeleider met kennis van informatica voor het bouwen en coderen.
- Unity: een veelgebruikt programma waarin games gebouwd worden (de basisversie is gratis te downloaden). Maak gebruik van de Asset Store van Unity, waar je kant-en-klare 3D-modellen kunt aanschaffen (vaak gratis of goedkoop).
- Een computer die Unity kan draaien.
- Bij voorkeur een halve dag per week de tijd om aan de app te werken (om het brainstormproces en het programmeren effectief te laten verlopen). Laat het denkproces en de beslissingen zoveel mogelijk over aan de leerlingen.
De cel en organellen VR-app
De leerlingen maakten een VR-app waarin je door de cel kan lopen. Als je tegen een organel aanbotst, krijg je er uitleg over (via audio die leerlingen zelf hebben ingesproken). De leerlingen waren erg enthousiast en hebben veel geleerd over virtual reality, coderen en de cel, en hebben veel ervaring opgedaan met creatief en projectmatig werken.
Auteur: Miranda Overbeek (Freudenthal Instituut)