Teaching & Learning Lab

Inspiratiecafé

Nieuws

Terugblik op  inspiratiecafé ‘Dieper leren door dubbele peerfeedback online’

In het kader van Blended Learning vindt onderwijs steeds vaker online plaats. Het online leren is vaak oppervlakkig, gericht op het onthouden en reproduceren van begrippen. In het TLL inspiratiecafé van 13 juni lieten Fred Wiegant en Karlijn Gielen, allebei docent en onderzoeker aan de Universiteit Utrecht, zien dat het ook anders kan. Hun studenten leren dieper wanneer zij elkaar niet alleen feedback geven, maar  de ontvangen feedback ook beoordelen.

Wiegant en Gielen participeren in het USO-project ‘Dieper leren door online peerfeedback‘. Dit project loopt nog tot eind 2019, maar Wiegant en Gielen konden al een aantal ervaringen en voorzichtige conclusies delen. Tijdens het TLL inspiratiecafé van 12 december 2019 zullen zij terugkomen om meer te vertellen over de uitkomsten van het onderzoek.

Diep leren

Bij diep leren gaat het om kritisch denken, het leggen van onderlinge verbanden en het creëren van nieuwe inzichten. Studenten die oppervlakkig leren, doen dat omdat zij een vak willen halen. Studenten die diep leren, zijn intrinsiek gemotiveerd om actief betekenis te geven aan nieuwe kennis. Peerfeedback kan het diepe leren faciliteren als het een proces is van interactie, reflectie en zingeving. Maar dat is niet altijd het geval.

Peerfeedback

Volgens Gielen komt peerfeedback vaak niet goed van de grond: “In de klas geef ik een lesuur de tijd voor peerfeedback, maar na een paar minuten zijn ze al klaar. Dan zeggen ze: ‘Er stonden een paar taalfouten in, maar verder is alles goed.'” Ook peerfeedback die voor het begin van de les moet worden ingeleverd is vaak niet zinvol of constructief, want “ook dan wordt het een soort editen van taalfouten.” Wiegant en Gielen onderzoeken daarom of peerfeedback beter wordt als studenten die online geven.

Anoniem

Studenten zijn namelijk vaak te lief of onzeker om kritisch te zijn op een ander. In het USO-project wordt onderzocht of dat anders is als het feedbackproces anoniem is. Studenten zitten in de klas of thuis achter een laptop en weten niet op wie zij feedback geven en van wie zij feedback krijgen. Vooralsnog lijkt de anonimiteit met name in het eerste jaar van de bachelor een positief effect te hebben op de kwaliteit van de feedback.

Dialoog

Daarnaast doen studenten vaak weinig met de feedback die ze ontvangen. Er ontstaat geen dialoog, terwijl dit een voorwaarde voor diep leren is. In het USO-project beoordelen studenten daarom de feedback die zij ontvangen, aan de hand van een aantal vragen. Gielen gebruikt daarvoor in haar lessen de ICT-tool Peergrade, waarmee studenten anoniem feedback kunnen uitwisselen en ‘liken’. Met een vlaggetje kunnen ze aangeven dat er iets niet goed gaat of dat ze meer uitleg willen over de feedback. Ook kunnen ze de feedback van meerdere studenten naast elkaar leggen en vergelijken, iets dat face-to-face niet zo makkelijk gaat.

Kritische studenten

Volgens Gielen zorgt het dubbele feedbackmechanisme voor kritische studenten. Het werkt niet altijd, want er blijven studenten bijzitten die zo snel mogelijk klaar willen zijn. En soms lukt het kritisch denken ook niet helemaal: “Dan e-mailen ze mij met de vraag ‘wat is er nou goed?’“. Maar over het algemeen denken de studenten kritischer, leggen ze meer onderlinge verbanden en  creëren ze nieuwe inzichten.

Randvoorwaarden

Uit het onderzoek blijkt ook dat er een aantal randvoorwaarden is waaraan voldaan moet worden, wil het dubbele peerfeedbackmechanisme werken. Ten eerste moeten de studenten bij aanvang van het vak een workshop peerfeedback volgen om gemotiveerd te raken. Ten tweede moeten de vragen die studenten beantwoorden gericht zijn. Een simpele ja/nee-vraag of juist hele brede, vage vragen zorgen ervoor dat studenten afhaken.

Tot slot nog de vraag of feedback van de docent niet beter is. Studenten zeggen zelf van wel, maar ze leren er niet dieper van, aldus Wiegant: “Studenten zien de docent als expert en nemen het commentaar klakkeloos over. En dat leidt dus niet tot kritisch denken.

Meer weten?

Auteur: Lot Isarin (masterstudent Science Education and Communication aan de Universiteit Utrecht)