Nieuws
Experimenteren in het TLL om te ontdekken wat werkt
Sinds 9 oktober is het Centre for Academic Teaching van de Universiteit Utrecht (CAT) geopend: een centrum waar UU-docenten terecht kunnen voor hun professionele ontwikkeling. Het Teaching & Learning Lab (TLL) is één van de partners in het Centre. Manon Kluijtmans, Academic Director van UU-CAT, wordt ondervraagd over het CAT en het TLL.
Kun je kort wat over CAT vertellen?
“Met het Centre willen we de veelheid aan professionaliseringsactiviteiten voor academische docenten aan de UU goed zichtbaar en vindbaar maken, en meer samenhang aanbrengen in alles wat er al plaatsvindt.
We willen drie dingen stimuleren:
- Docentontwikkeling: van startende docenten tot aan Teaching Fellows.
- Onderwijsinnovatie: door docenten met elkaar in contact te brengen en kennis te laten uitwisselen, en door bijvoorbeeld de toepassing van blended learning te stimuleren. Zo valt het programma Educate-it nu ook onder de paraplu van het CAT.
- Scholarship of Teaching & Learning: docenten op een onderzoeksmatige manier hun onderwijsinnovaties laten evalueren en dat vervolgens laten delen met collega-docenten.”
Wat vind je van de opzet van het TLL; een fysieke testlocatie voor onderwijsinnovatie en leereffectmeeting?
“Heel mooi dat het er is. Ik zie het als een speeltuin voor docenten. Toen we begonnen met het verkennen van activiteiten voor CAT ben ik met veel docenten gaan praten. Er was heel nadrukkelijk behoefte aan een plek waar je kan experimenteren met nieuwe tools en fysieke inrichting voor het onderwijs. Nou, die plek is er dus al! We zijn dus erg blij dat we partners met het TLL zijn geworden.”
Wat vind je vernieuwend aan het TLL?
“Dat je er niet alleen maar kunt snuffelen aan nieuwe technieken, maar dat je er ook daadwerkelijk onderwijs in kan geven. Echt in de praktijk brengen en zien wat het doet.”
Hoe kan het TLL volgens jou bijdragen aan de kwaliteit van het onderwijs?
“Om innovaties te gebruiken, moet je ze eerst een keertje zien, voelen, meemaken. Dat zijn dingen die heel goed kunnen in het TLL. Maar het gaat niet alleen om de technologische kant, het gaat er ook om dat mensen elkaar ontmoeten en dingen van elkaar leren. Dat gebeurt ook bij het TLL. En tot slot is er bij het TLL veel aandacht voor onderzoek naar de effectiviteit en mogelijkheden van nieuwe tools en technieken.”
Wat voor rol zie je voor het TLL binnen het CAT?
“Het TLL kan goed bijdragen aan de drie doelstellingen van het CAT. Het is heel mooi om een waaier aan mogelijkheden te bieden voor docenten en daar is het TLL een belangrijke fysieke plek voor. Daar kunnen docenten in aanraking komen met nieuwe technologieën en ontwikkelingen en dat ook echt gaan uitproberen. Met apparatuur zoals het lightboard kun je je onderwijs echt een boost geven. Ik zie het als taak van het CAT om de opgedane kennis verder te delen en docenten te stimuleren gebruik te maken van het TLL.”
Zou je het concept TLL aan andere universiteiten en hogescholen aanraden?
“Zeker, ik denk dat je bijna niet meer zonder een TLL kan eigenlijk. De technologische ontwikkelingen gaan heel hard, maar het is niet alleen de technologie, het is ook gewoon nadenken over innovatie. Soms kan het krijtbord ook fantastisch werken. Er zijn zoveel mogelijkheden en je hebt een plek nodig waar dat toegankelijk wordt gemaakt. We weten allemaal dat ons onderwijs continu zal veranderen om goed aan te blijven sluiten bij de studenten, de mogelijkheden en de maatschappij. Ik denk dat je dan een plek nodig hebt om te ontdekken wat wel en niet werkt, en dat kan in het TLL.”
Manon Kluijtmans is naast Director van het Centre for Academic Teaching, hoogleraar bij de faculteit geneeskunde en opleidingsdirecteur van de masteropleiding ‘Klinische Gezondheidswetenschappen’ aan het UMC Utrecht. In deze masterprogramma’s leidt ze zorgverleners op tot klinisch onderzoekers.
Auteur: Miranda Overbeek (Freudenthal Instituut)